Er was eens een vrouw uit Litouwen.
Die had haar zo dik als twee touwen.
Niemand kwam er door
alleen de pastoor.
Die bleef maar bidden en douwen.
er was eens een man gaan vissen.
toen ging hij in het meertje pissen.
toen kwam er een snoek
die beet in zijn broek
toen kon ie wel twee ballen missen.
er was eens een man uit terschelling.
die fietste van een helling.
aan het einde lag een tak.
hij viel in de kak.
en zijn ... op de zesde versnelling.