Door de noten in mijn oren klonken speelse kinderstemmen.
Een vogel had verscholen zitten wachten
tot het lot hem vertellen zou dat hij vliegen kon.
Het hek, wat gedupeert was te bestaan met rode en witte kleurstoffen.
Hij kent de verhalen van de wereld, maar was vandalistisch omgelegd.
De bloesem stond te pronken, haar rose lieflijkheid was bestempeld.
Zij diende, haar leven, de techniek te verlichten.
Even uit mijn rust
Een hap naar adem
Een betrapt gevoel
Ogen doordringend, maar mijn verhaal willen ze niet weten.
De conclussie was momenten geleden al gevormd.
Ze hadden me onverwacht kwetsbaar gemaakt.
Mijn verhaal, ik had het ontredderd bloot willen leggen.
Simpelweg voor aandacht, aandacht van een vreemde.
Terleurstellende kriebels bekropen me,
de bijzonderheid aan mijn gedaante was niet groots,
enkel een deel van het geheel.
De ogen, ze waren momenten achter geraakt,
verloren in herrindering.
Vervreemd voor de wereld die ik nu aanschouwde.
De maan liet zijn bolletje zien
terwijl de wolken rustig wachten hem te begroeten.
Mijn gedachten werden zich bewust van het feit
dat ze al weer door waren gevloeid.
Ze kenden geen regelmaat, slechts wanorde.
Opwellingen van intuitie,
daarmee tasten ze de weg af naar een nieuwe ervaring.
Een bewuste gewaarwording, alles komt alles gaat.
Ik bezit meer dan alleen een onbijzondere persoonlijkheid.
Ik ben net zoals de maan, de bloesem en het hek met zijn verhalen.