Beroemdheid is een last
Op de zolder waar ik ben geboren
donker en koud
en vol spinnenstof
liggen mijn herinneringen begraven
van toen het schrijven
nog eenzaam was
Mijn eerste woorden, passen
met inkt ben ik gevoed, enkel daar
vond ik onderdak, enkel daar
werd mijn dorst gelest, zuigend
aan de harde tepels der poëzie, was ik kind
Nooit heb ik mij meer veilig gewaand
omgeven door het vocht
van de armoede en de geur van
verlatenheid, voelde ik mij thuis
tussen mijn zinnen - en nergens meer
Maar toen kwam de faam en de stank
van overvloed, ontnamen mijn dak
de kou en de eenzaamheid
maakte van mij een oude man
omgeven door kussen
en onaangename weelde
Loop ik nu wel eens weer langs
kijk ik droevig omhoog
zie ik het zware karakter van de kozijnen
leunend op gebakken stenen
zie ik mezelf weer even zitten
nog zo jong
en nog zo vol goede moed
F.