Met gesloten ogen in zich zelf gekeerd
flaneert hij peinzend heen en weer
in het vagevuur van de illusieboulevard
onderwijl oude dromen gedag zeggend
Zijn eerste liefde
een innige romance
eindeloos vol jeugdig bloed
heet stromend door het lichaam
met de zekerheid van eeuwigheid
als volmaakt twijfelloos toekomstbeeld
Zijn laatste liefde
was een korte droom
heftig als een straatrace
gedoemd om te eindigen
in een doodlopende steeg
met de illusie van eeuwigheid
als altijd mogelijke voorbestemming
Bij het voorportaal van desillusie
staat hij tenslotte eenzaam stil
dromend hoe alle vergane liefdes
stukjes hemel brachten in de hel
draait zich dan om richting
hoopvolle onzekerheid