DONDERDAG
Die dag, die zwarte bladzijde elke week
Die éénzevende van mijn leven beschaduwt
De eerste lichtstraal die ‘s ochtends mijn ogen betast
Is onheilspellend voor de rest van de dag
Geen dag produceert zoveel impulsen van verdriet
Prikkeling, woede, pijn en tranen
Draag ik op mijn schouders
Bekeken door mijn privé-demoon, die hier wekelijks van geniet
Vluchten kan niet meer, isoleren heeft geen zin
Het lot draag ik met mij mee
Deze vierentwintig uren
Mijn ongeluksdag, die ik niet kan besturen
Dan verlang ik naar die engel, die mij normaliter beschermt
Een illusie met een glimlach
Dat dat zich over mij ontfermt
Brengt mij altijd een bezoekje, maar niet op deze dag