Pijnlijk schraapt ze de gedachtes uit haar hoofd,
Verloren begraaft ze haar verleden.
Vluchtend ontloopt zij haar toekomst.
En ze weet dat ze niet in staat is dit te kunnen,
Ze weet dat ze niet voor altijd kan vluchten.
Ze wil huilen, schreeuwen, moorden.
Ze wil niemand meer zijn.
Pijnlijk veegt ze de tranen uit haar ogen,
Struikelend rent zij weg voor haar problemen.
Verloren weet ze dat ze nooit meer ontkomt.
En ze weet dat dit de laatste keer was,
Ze weet dat ze zo niet verder kan.
Ze huilt, ze schreeuwt en ze moord.
Opgelost als ze is, verblind door schoonheid.
Verlost van de wereld.
Haar laatste zucht, haar laatste traan.
Nee, ze is niemand meer.
Behalve een onvergetelijke herinnering.