de mensen om me heen,
ik lijk ze niet te begrijpen,
ik sta helemaal alleen,
ik lijk geen grip te grijpen..
mijn angst en mijn herinnering,
het zit allemaal in mijn hoofd,
verborgen vernedering,
het heeft me leeg geroofd.
ik vraag me af hoe verder te gaan,
maar naar buiten draag ik een lach,
lijk ik mijn mannetje staan,
en breng ik vreugde mee,
elke dag.
ik val steeds maar weer terug,
in een hoekje opgesloten,
tegen de muur met mijn rug,
van de wereld buitengesloten...