het verleden word ontluikt,
als kind zwaar mishandeld,misbruikt.
mijn jeugd hebben ze me ontnomen,
gedaan met die mooie dromen.
de pijn,herrinering komt weer naar boven,
ik zou het willen doven.
wat ik diep had weggestoken,
komt nu weer in mijn hoofd spoken.
ik voel weer die angst die pijn,
om niet mezelf te kunnen zijn.
ik voel de woede,haat,
die komt en gaat.
ik vertrouw niemand meer,
het doet me te zeer.
ik wil wel vooruit kijken,
maar kan het verleden niet ontwijken.
ik voel nog de stekende priemen,
ik zie nog de bloedende striemen.
15jaar heeft dit geduurd,
gans mijn leven verzuurd.
heb wantrouwen,angst van mannen,
wil ze liefst verbannen.
ach er zijn ook goeierikken,
maar voor mij is het moeilijk om dit te slikken.
als ik erover praat,
voel ik weer die haat.
die haat zit in me vastgeroest,
en maakt me zeer woest.
ik wil dit niet,
weg pijn,haat,verdriet.
ik wil mij niet laten gaan,
en vechten voor mijn bestaan.
maar ik ben zo moe,
en ik weet niet hoe.
mijn kaars is aan het opbranden,
en dit allemaal voor die ander.