Stel je voor,
Je bent elf jaar oud,
Je hebt een hele familie die van je houdt.
Je hebt een zus die om je geeft,
Die alles voor je over heeft.
En dan wordt je ernstig ziek,
Zomaar, uit het niets,
Je weet niet wat het is,
Maar er is iets ernstig mis.
Je overlijdt als je twaalf bent,
Terwijl je de wereld nog niet goed kent,
Je moeder, vader en zus met gebroken hart,
Zo verdrietig en verwart.
Om jou niet meer te zien,
Alleen op een foto misschien.
Als jou dat nou zou overkomen?
Dat je niet meer over je toekomst kan dromen,
Dat je niet meer verder kan leven,
Anderen geen liefde meer kan geven.
Het is anders wel echt gebeurt,
Bij een meisje, die acteerde
Die zich goed verweerde,
Maar het niet kon weerstaan,
Omdat haar ziekte niet wou weggaan.
Je wilt dit toch niet?
Je kind verliezen en zoveel verdriet,
Maar soms gebeurt het toch,
Zelfs nu, in deze tijd nog.