Van binnen huil ik tranen met tuiten,
maar uiterlijk lijk ik onbewogen.
Ik kan me niet meer uiten,
droefheid weerspiegelt in mijn ogen.
Van binnen huil ik mijn tranen,
maar van buiten lijk ik nog opgetogen.
Ik begin te vereenzamen,
tranen die maar niet meer willen drogen.
Van binnen schreeuw ik om hulp,
maar van buiten blijft het akelig stil.
Ik kruip steeds verder in mijn schulp,
iets wat ik eigenlijk helemaal niet wil.
Van binnen brandt nog steeds het vuur,
maar van buiten lijk ik wel bevroren.
Ik bouw ongewild een muur,
en is er niemand die mijn hartje nog kan horen...