Ik denk,...dus ik ben
Ik zie,...dus ik kijk
Ik voel,...dus ik leef
Als de winterbries m'n haren raakt
En een diepe zucht slaakt
Voel ik me niet langer alleen
Maar geniet ik van alles om me heen
Probeer onruststokers opzij te duwen
Hij zal m'n leven niet verwoesten
Ksteek de middelvinger op
En gil luid, stop!
Laat de woorden uit
M'n gedachten vloeien
Maak hem met de grond gelijk
En zeg dat hij bezwijkt
Wraak kan zoet zijn
Maar de mijne is altijd bitter.