De kus die je drukte tegen het glas
In stille dauw, op het verschilferde raamkozijn
Die mijn leven binnen een kader houdt
In stille lege dagen
Was je niet gekomen, om zwarte rozenblaadjes op te vangen
Die afpelden van onze verwelkte levensbloem
Mijn voeten kapotgescheurd op de rotsen
Die mij uit dode klanken brachten
Zingen kon ik niet meer, over dit leven
En je zou het niet horen;
Dat ik je toeschreeuwde dat zeeën vergaan
In twijfel zou je liever leven, oogdood
Ik hoef niet te zien, of blind te zijn
Want tasten kan ik ook, langs de bloedrode glimp
Die mijn kussen rode lippenstift nalieten
Of langs olijfbomen waar de zon op scheen
Geplant op vergane brieven geschreven door handen
-Hij houdt van me, hij houdt niet van me...