Ik probeer je te ontlopen,
en mijd de blik in jouw ogen.
Ik hoef niet langer meer te hopen,
want je hebt me te vaak bedrogen.
Mijn liefde was zo puur,
mijn tranen waren het levende bewijs.
Maar jij zag nooit het vuur,
jouw liefde bleef immer zo koud als ijs.
Ik probeer je te ontlopen,
want de pijn in mijn hart verdwijnt maar niet.
Jou aanwezig blijft me slopen,
want nog steeds is er veel te veel verdriet.
Mijn liefde was zo puur,
in goud had ik hem je willen schenken.
Maar nu verstop ik me achter die muur,
zodat de herinneringen me niet voortdurend kunnen krenken.