Immens doorleefde ontmoeting
toch aarzelend
enkel gewapend met een
bundeltje woorden
met een warmrood lint errond.
Je was wat ik wist
voor mezelf;
wat ik schitterend dacht en hoopte
straalde verblindend van je
blik.
- nooit zonder gevoel
nooit koud
nooit vluchtend.
TRAGIEK
'k was eenzaam met vier
gevangen door een muzikale muur
met woorden die plastic klonken in de mond van de zanger
maar me met echt gevoel bestookten.
Kinderachtig jaloers was ik om je aandacht
van en voor;
jij in het drukke dal en ik op een kale berg in de heldere
nacht.
Maar jij was nog steeds jij
warm en prachtig bij de laatste dans
in de korte slaap
en in het bewolkte ochtendlicht dat als een mantel
de Stad der Bouwers omwond.
En weer, en steeds,
wil ik je ontmoeten, wil ik je kennen,
je eeuwig missen, naar elk van je duizenden woorden luisteren,
je zoeken, je knuffelen
van je houden
omdat jij jij bent.