Je bent verslaafd,
leeft in je eigen wereld.
Je behoeftes zijn beperkt.
De verslaving is je leven.
Je leeft niet meer in een huis.
De straat is nu je thuis.
Je hebt altijd geld nodig,
dus steel je van een ander.
Gevangenis is nu een deel van je bestaan.
Je ouders zijn de wanhoop nabij,
ze weten niet wat te doen.
Je besteelt hun met woorden en daden,
en geeft hun van katoen.
Wat is er gebeurd?
Dat lieve kleine kindje,
is verslaafd geraakt.
Je kon het leven zo niet aan.
Je wilde meer en anders.
Nu heb je je terug getrokken
in de wereld van verslaving.