Het zeewater spoelt aan
een hand maakt vreemde vormen
terwijl het zout prikt
jij daar in donkerblauw
vreemd groen en brokkelig
in stukjes, zoals je was,
maar dan dood en leeg
geen stem of leven
om te vechten
wat je verdiende in deze wereld
die zonder jou zo lente lijkt
in mijn - wat men noemt - ogen
waarin de wind nu blaast
mijn tranen naar boven haalt
en verder raast.