Bladeren
kleuren langzaam bruin.
Het groen is nergens meer te vinden.
Langzaam aan begint het te waaien,
bladeren vallen van de bomen,
en in de verte zie je de regenbuien.
Spetters nat voel ik op mijn voorhoofd,
lopend door de hopen
bladeren op de grond.
Herrinerd word ik,
aan vorig jaar toen
de blaadjes van de bomen vielen,
was je nog bij ons.
Nu ben je vertrokken,
ergens anders heen gegaan,
waarom wilde je niet meer bij ons wonen,
kon je het hier niet meer aan?
Het gemis is groot,
maar vergeten zal ik je niet.
En als ik zo die blaadjes weer
zie dwarrelen,
zoekend naar een mooi stukje grond,
snap ik dat jij ook bent gaan dwarrelen,
weggewaaid van ons,
voor een mooier stukje grond.