Drank
Is het voorbij?
Is het afgelopen?
Is het hoofdstuk definitief afgesloten?
Je zou het denken en er geen aandacht
meer aan schenken.
Laat hij mij nu gerust,
of is hij er zich niet van bewust?
Ik kan de ruzies niet meer verdragen,
hij zou vergiffenis moeten vragen.
De drank heeft van hem een beest gemaakt,
hij heeft het wilde in hem gesmaakt.
Ik tracht hem te bedaren,
op afstand en met gebaren.
Ik durf niet dicht bij hem te gaan,
ik laat hem maar begaan,
tot hij in de zetel valt
en de rest van mijn dag verknalt.
Hij is een oever zonder rand.
Er is geen einde en ook geen begin.
Hij is het vuur zonder brand.
Hij is het gezicht zonder kind.
De houvasten zijn weg.
Ik heb in mijn leven brute pech.
Ik wil de klappen niet meer incasseren.
Ik wil terug een kade, waar ik kan aanmeren.
De argwaan blijft iedere keer.
Dat geeft geen goed gevoel, geen eer.
Ik hou nog zoveel van hem,
maar hij houdt mij in een levende klem.
Vroeg of laat zal ik bezwijken
en hij zal lachend naar mij blijven kijken.