Toen ik de kist zag.
Toen ik de kist zag
Wist ik het.
Dacht ik het.
Nu weet ik het niet meer.
Niks meer.
Ik weet niet wat er is.
Ik weet niet wat ik mis.
Ik weet niet wat ik voel.
Ik weet niet wat ik nou echt bedoel.
Ik weet het wel.
Ik voel niks, mis niks.
Denk ik.
Wil ik.
Stop het weg.
Net zo ver weg als jij.
Bijna zover.
Maar niet onbereikbaar.
Dat ben jij ook niet.
Ik KAN naar je toe.
Ik mag niet, durf niet.
Ben boos.
Want ik heb het je niet verteld.
Durfde niet.
"Dankjewel", het moeilijkste woord van de wereld.
Ik kon je niks beloven.
Snap je dat?
Ben een beetje blij.
Want ik heb het niet beloofd.
Ik kon ze toch niet nakomen.
Ik kon niet beloven.
Nog in de wereld te geloven.
Aangeslagen ben ik.
En niet alleen Amerika.
Ik ben het om jou.
Hou van jou.
Kan eigenlijk niet zonder jou.
Niet zonder een echt afscheid.
Een afscheid wat er niet meer zal komen.
Nooit meer mijn angst.
Mijn angst van de laatste keer.
Want die laatste keer,
Komt niet meer.
Voorlopig ben ik jou kwijt.
Hopelijk niet voor altijd.
Het is een kleine troost.
Maar tranen,
Kunnen er niet voor stoppen.
Ik kan alleen maar bloeden.
Dood.
Niet meer hier.
Net als jij.
Bij jou.
Kan ik eindelijk zeggen wat ik wil!
Blij.
Eindelijk weer echt blij!
Blijheid met gevoel!
Eindelijk weer gevoel.
Ik weet dus best wat ik bedoel!