De preek
Langs wateren en rust
was de psalm herhaald
gezongen en in lange maten
langzaam niet blij bepaald
maar vroom en vlot verlaten
Stoelen vast,figuurlijk strak
met het oog naar hem, de man
gericht op zijn ego monoloog
dreunend trillend de tiran
mijn vader en zijn betoog
Eerbiedig met klamme handen
geheven hoofd en onverstoord
hoorden we de lange maten
zijn preek in bagger gesmoord
zo begon ik die galm te haten
Dat mag weer niet, heb lief!
mijn vaderland en koningin
luistert naar de predikant
leeft sterft, een nieuw begin
neem mij mee naar dromenland
Zo verlang ik soms terug
naar koor en samenzang
harmonie van klank en stem
maar plak achter het behang
het geloof in een almachtig hem.
Gert Hermans
©Diemen, 2005