De Kunst gooit zich in een Poëzie Festival
Terwijl ik hier niets anders zie dan een verval
Want die voor genoemde grenzen in Denderleeuw
Vallen toch op mij neer als een kwak zwarte sneeuw
Grenzen die de leeuw lieten denderen ten val
Beelden waarbij ik uitmaak hoe men ons bestal
En dit terwijl ik nu als oude Vlaming schreeuw
Verzonken in mijn laatste nostalgische geeuw
Letters dooreen geschreven als van berg en dal
Op drie gekraakte rechte lijnen in getal
Daarop lijken zeven noten mij toch teveel
Maar dichterlijk schenk ik jullie nu graag mijn deel
Het is een groot geluk en toch geen puur toeval
Dat ik uitgenodigd werd op dit enig bal
Want zelfs al kom ik er aan laatste Noordzee meeuw
Gooi ik voor de toekomst op een betere eeuw