Tegenover elkaar zitten wij
Je kijkt me niet in de ogen
Ik streel je arm, je hals,
maar je schijnt het niet te voelen
Dan spreek je
Een twee drie vier vijf woorden
Als slagen op een naakte wang
Het antwoord blijf ik je schuldig
Je kijkt me nog steeds niet aan
Ik noem je naam
een twee drie keer
Je trieste ogen vinden de mijne
een seconde, niet meer
dan kijk je terug weg
Ik ben schuldig aan de grootste misdaad
Ik maakte jou kapot, en daarmee ons.