Het gezicht van de gewoonte
Opgehangen
aan de eindeloze lus der verwachtingen
spartelen mijn idealen aan zijden draad
overal verschijnt het gezicht van de gewoonte
ik kan hem niet ontlopen, de kielzog van mijn vaart
Oude tradities
klinken als boze trom in het gehoor
vrienden van vroeger
in mijn mijmeringen teloor
Wederom
worstel ik wanneer de dag zich herhaalt
en ik haar gezicht herken als een cyclus van
weifelende wederkerigheden
en ik inzie dat ik haar niet ontkomen kan
Steeds weer
verschijnt daar het gezicht
dat mij volgen zal dat mij kwellen
en somber stellen zal, mij zal sleuren
over de lange paden van het bestaan
in rijkte of armte, maar in ieder geval
tot het leven mij is ontgaan
F.