Ik was als een kind
Ik was als een kind
Die alles zag
Zo als het, op dat moment was.
De seizoenen
Om maar iets te noemen
Er was het lente getij
De zomer met de groene wei.
De herfst en de winter
Met zijn sneeuw en ijs.
Maar nu, ik verbaas mij
Over al het groene gebladerte
Het bos is weer vol en groen.
Waar komt toch ieder jaar
Weer al die energie vandaan.
Uit die zwarte aarde
Neem ik het op mijn hand
Zie ik niets van waarde .
Maar een boom
Ieder jaar weer vol met lover
Ik denk dat er iemand is
Die dat elk jaar weer tovert.
De velden groen en geel van bloemen
Bijtjes die er vrolijk zoemen
Het is teveel om op te noemen.
Moge de aardse seizoenen
Tot in oneindigheid blijven
En de mensheid blijven boeien.