Volt R. (2)
Meisje meisje met je blonde lokjes
je gele jurkje, strikjes in je haar
en roze sokjes om je voeten.
wie had het toch bedacht
dat jij zou boeten voor de lusten
van die meneer, met rauwe stem
stoppelbaard en gele tanden.
deed het zeer, heb je gehuild
tot je tranen niet meer kwamen
jezelf afgevraagd wat je fout had gedaan
en waarom je met handen op je oren
die woorden toch kon verstaan.
zul je later vrezen, elke man
en lieve jongen die zo naar je kijkt
een herhaling te zijn, zul je wakker schrikken
elke nacht badend in zweet, met de smaak van pijn
nog in je mond gebrand als gal
die niet weg te slikken is
zul je kunnen staan in het leven
vreugde kunnen geven, of is het lachen je
nu voorgoed vergaan, en wat is toch die rook?
Ah, mijn brood brandt aan.
“Dieu est un comédien jouant à une assistance trop effrayée de rire.” Voltaire
Auteur: milamber | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 09 augustus 2005 | ||
Thema's: |