De zon brandt op mijn huid,
verblind mijn zicht, waardoor ik zie geen onkruid,
zie geen verdriet of tranen,
kan me even in puur geluk wanen.
De zon die mijn haren streelt,
en ontschuldig met mijn gedachtten speelt,
probeert me te wekken uit mijn zorgen,
maakt mij blij te zijn voor elke morgen.
De zon, die ik zo vreselijk aanbid,
is een van mijn kostbaarste bezit,
al is het niet van mij alleen,
maar ik moet niet denken aan wat als het verdween.
De zon maakt mij bewust,
en geeft me tegelijkertijd de rust
en ook de stilte in mijn hoofd,
die met haar ondergaan dooft.
De zon, zo mooi en door velen geliefd,
laat me haar aanbidden alsjeblieft.
Met mijn ontwaken en mijn altijd maar doorgaan,
en met dat blijkbaar niemand mij uit het veld kan slaan.
O zon, blijf schijnen voor mij,
Luister naar wat ik je in stilte zei.
O zon, laat me je aanbidden als een God,
O zon, blijf alsjeblieft waken over mijn lot.
Zon, blijf me betasten met je stralen,
Laat me uit jou aanwezigheid de kracht halen,
de kracht om niet op te geven,
de kracht om door te gaan met dit leven.
Zon, blijf bij me, want alleen jou heb ik nog.
Zon, Ik hou van je, dat weet je toch?!