ik struikel en val
in een te diepe slaap
van wel duizend tranen
stromend in de nacht.
gelopen naar die toevlucht
ver weg van realiteit, mijn
redding van stille pijn.
de ware aard van bedrog
neemt het van me over,
wikkelt me in een lach
voor de blinden om te zien.
ik werd die dat ik nu ben
maar jij verwoeste die
dat ik ooit was.
Ik struikel en val
in illusionele armen
waarop ik stiekem wacht.
vang jij me nu op?