Ons kleed is één met het maanlicht
Als lampionnen zien wij lichtjes flikkeren
De zwarte wolken hebben zich verscholen
De hemel is er stil en vredig
We voelen, bemerken geen tegenpolen
De maan draait een rondedans om ons
De melodie is luchtig maar vol vuur
Ze is in feestkleed gestoken
In dit voor ons nachtelijk puur
Een gouden gloed prikkelt op huiden
Ons kleed is één met het maanlicht
Die volheid neemt ons op in een stroom
En hunkerend ons in brand sticht
We lagen aan de oevers van een hemelse nacht
Een nieuwe zon kleedde ons langzaam aan
Ons alle tijd te gunnen
Om naar een nieuw begin te gaan
Willem