In ons hofje daar staat een kleine koe
Ons ooit geschonken door een brave moe
Van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds ja heel laat
Slaat haar staartje er almaar door de maat
Met een vraagje van wie, van waar, of hoe
Knikt zij dan naar ons met de oogjes toe
Het lijkt mij wel haar laatste toeverlaat
Maar toch staat zij als wederdienst paraat
Haar man Ive zegt dan I love you
En dan klinkt er opeens een ratjetoe
Een gans groot verhaal en naar welk citaat
Met zoveel liefde woorden zonder haat
Bij vrienden daar weet men steeds waar naartoe
Zei Marina met haar stem klein en flou
Toen wierp ze mij vijf broden van formaat
Eet smaakvol en gratis mijn kameraad