Ineengedoken
op mijn knieen
plof ik keihard op de grijze stenen neer
ik ben op het einde van mijn adem
longen door lucht overspoeld
en weggezogen
radeloos,
eindeloze vragen rijzen boven
vind de antwoorden niet
met mijn gedachten
op een onbereikbare plaats
van alles en iedereen weg
alleen jij blijkt dicht bij mij te zijn
ogen gesloten zie ik jou
in de stilte hoor ik jou
ook al ben ik alleen
ik voel jou
Onbereikbaar
In land van vrijheid samen
Samen, ik ik-zijn
Jij jij-zijn
Samen wij-zijn
Het laatste waaraan ik dacht
het wij-zijn
…
door de wind verder
meegenomen
Vervaagd tot er niets meer
van het gedachte overblijft