Mijn hart, mijn ziel,
komt tot rust.
Ze worden samen vermengd,
met de tonen van wellust.
Mijn oor en mijn gemoed,
ze deinen op en neer,
tot ze zich met mijn persoon verbinden.
De geluiden van de klokken kloppen,
weemoedig op mijn brein.
Het doet de realiteit vergeten.
Het samenspel is net het bloed,
die naar mijn kloppend hart stroomt.
Zonder het ene kan het andere niet leven.