Onze kleine Benjamin wordt veertien jaar
Kijk twee grote oren rara wie is daar
Lief vlug en ongrijpbaar, snel, dat is ie wel
Maar graat mager met wat beentjes en wat vel
Geen schooljuffrouw en ook geen ene leraar
Geen zus, nog broer of ze lopen toch gevaar
Want een grap of mopje is voor hem een spel
Dat hij steeds slim speelt en dan vlucht hij te snel
Doch met een lief snoetje als hulpvol gebaar
Stoomt hij jij steeds tot een vergiffenis klaar
En zit je per ongeluk al in de knel
Dan haalt hij je vlug al uit die droeve hel
Mooie meisjes die lopen toch wel gevaar
Zo hij doet altijd raar maar kijkt er niet naar
De liefde is voorhem als een café bel
Je trekt er aan en dan roep je maar eens fel