Veurne drie en twintig juni twee duizend en vijf
Buiten in lentes hittegolf schijnt de zon volop
Binnen lig hij stram en koud in zijn laatste verblijf
Ogen dicht en als een weerloze verlaten pop
De kist komt er aan als lijkt het wel een nieuw bedrijf
Voor niet gekomen bezoekers zit de tijd er op
Doch niet voor hen die ene man en dit ene wijf
Die willen blijven tot bij de laatste nagelklop
Hun droeve blik lijkt mij wel een spijker in het lijf
Het mortuarium is eigenlijk toch een flop
Want hier staat nog eens goed ruzie maken buiten kijf
Je kan niet eens zeggen ga weg als je wordt bespot
Morgen ga ik als laatste reis naar een nieuw bedrijf
Om mij daar eens goed te verwarmen van voet tot kop
Het crematorium is nu mijn laatste draaischijf
Dus geef mijn as de vrijheid en gooit de urne kapot