Jij die steeds toch zo veel voor de mensen deed
Jij die altijd klaar stond, en ook immer gereed
Jou heb ik hier tot driemaal toe zien sterven
Jij die nog leefde en ze reeds liet erven
Hier lig je nu gans alleen in het vergeet
Met een vergeeflijke blik en heel discreet
Als wou je jouw toekomst niet bederven
Door een verleden thans totaal aan scherven
Geluk en pijn troffen mij als een onmachtskreet
Inwendig uitgedroogd en toch gans bezweet
Toen ik jou maanden als een plant zag zwerven
Vechtend om nog als mens te mogen sterven
Ik die dacht dat ware liefde niet versleet
Vrees die nacht waar het noodlot jou plots in smeet
Nu ik zie hoe verdriet het hart kan kerven
Als het opeens te veel aandacht wil vergen