Nooit had ik ooit durven denken wat ik nu zag
Een zaal, een urne, maar geen kist waar hij in lag
Reeds gecremeerd van drie lange dagen te voor
Wellicht ging de kist in kartonnage teloor
Gans mijn leven eerbiedigde ik zijn gezag
Maar hoe moet ik scheiden zonder ener biddag
Ik zie nu schijnheiligheid zonder één pastoor
In die ceremonie net als een heidenskoor
Als oudste zoon kreeg ik nooit die erkende vlag
Nochtans vervulde ik het ouderlijk gezag
En tegen mijn gedacht ga ik trots alles door
Omdat ik steeds uit liefde nog nooit iets verloor
Bij die korte drink te Veurne of het gelag
Hoop ik dat ik voor ener soepje kiezen mag
Met een zoutvat al had het, het kleur van ivoor
Gevuld met de as van vader spoel ik het door