Daan.
Schuifelend stap voor stap
vitaliteit in zijn blauwe ogen
rekt hij zijn vermogen
tot een ongelofelijke limiet
spieren die nog net doen
wat hersenen vertellen
is er iemand die het ziet
ja ik.
De stoommachine is zijn leven
een levend ding dat hij kent
elke klep, elke pijp, elk kraantje
in de machinekamer van het schip.
Vol enthousiasme kan hij praten
over dit wonderlijke ding
is er iemand die naar hem luistert
ja ik.
Hij zit graag aan bakboordzijde
staart over het water
kent iedereen die voorbij komt
zo veel leven, zo veel verhalen
van water en een schip
is er iemand die hem aankijkt
ja ik.
ik kijk naar een bruin gezicht
met heldere ogen zo vol ziel
en als de golven van een passant
die het schip doen bewgen
zo beweegt hij mij.
en als vanzelf sta ik aan zijn kant
en geeft hij mij
een nieuwe reden om te leven.