Ik zit vast in de draden,
vast in het ijzersterke web,
van de dagelijkse sleur.
Er is geen ontkomen aan.
Dat vaste petroon dat,
net als een web,
ondoorbreekbaar is,
en geen andere dingen doorlaat.
Het vreet me op,
met huid en haar.
Die gevaarlijke spin,
van de dagelijkse sleur,
van het vaste patroon...