Kleine, nieuwsgierige oogjes,
Piepend in de vrije natuur,
Met zijn gele dons,
Dat zijn mama hem had gegeven.
Het loopt onopvallend,
Zo braafjes en lief,
Langs grassprietjes en bloemetjes,
Op zoek naar een riviertje.
Met zijn roze bekje,
En oranje pootjes,
Kruipt het in het water,
En eet visjes.