Ik ben een schaduw,
Een schim die niemand ziet.
Wat er ook gebeurd het boeit ze niet.
Ze geven me een duw.
En zeggen: “kijk eens uit je doppen!”
Het doet me pijn.
Zien ze het dan niet,
Al mijn frustraties en verdriet?
Mensen die me willen helpen, dat is wel fijn.
Maar die mensen lijken niet te bestaan.
Een schim, een schaduw die je maar moet vergeten.
Het is ondraaglijk, wat doe ik hier nog?
Die mensen geven niet om me, dan vergeten ze me toch?
Van binnen zit ik mezelf op te vreten.
Er is bijna niks meer van me over.
Geen wilskracht of moed meer.
Ik wil wel beter worden, maar waar moet ik het zoeken?
Ik zoek echt wel in alle hoeken.
Het doet me zo’n zeer!
Leven als een schaduw, een schim, niemand die om je geeft…