Duizenden kilo’s opium en toch de vrijspraak
Te veel gehoor voor slechts één afluister apparaat
De volksmond is stom geslagen en diep geraakt
Mevrouw justitie’s weegschaal is toch zo accuraat
Of valt het goedje in hoge kringen in de smaak
Nu men in het buitenland al hun zwart geld verraad
En wijl ik om een euro schart en een zucht slaak
Snuiven zij al die verbeurd verklaarde voorraad
Ik als arme mens krijgt amper geen verder inspraak
Natuurlijk zonder een bankrekening van formaat
Lijkt het alsof ik dom aan al mijn rechten verzaak
Maar geen mijner kinderen speelt hier voor drugspiraat
Onze liefde was voor hen toch zo een mooie zaak
Dat zij zelfs ja nu nog luisteren naar onze raad
Zo zeg ik steeds tot hen: “geld is toch maar een bijzaak”
Als je zie en hoor waarmee het rijke kind omgaat