PAARLEN.
Dromend, dwalend, door beemd, vallei,
Tussen het rustig grazend vee en verder
Blijde hinnikende paarden in de wei
En kuddes schapen met hun herder.
Verder langs een kronkelend water
Hoor ik een kikker, die er luide kwaakt.
Eenden met luidruchtig gesnater;
Mijn dichtershart was snel geraakt.
Ik zag de deining van golvend graan
Aan de kant het uitbundig fluitekruid,
Ik wil nu niet meer verder gaan,
O schoons, hier gooi ik mijn anker uit.
Hier laat ik mijn ogen strelen
Mijn hart vindt hier de rust,
Hier kan ik mij niet vervelen;
Ik word door de natuur gekust.
Ik zie een bank, die daar misschien
Mij met een nieuw gedicht verblijd.
Ik was niet de eerste, zo te zien:
Het afval lag er wijd verspreid.
Pen en papier zagen het daglicht niet,
Ik wilde hier nu snel verdwijnen:
Wat de natuur ons aan schoonheid biedt
Lijkt als PAARLEN voor de ZWIJNEN.
6-2-05
Auteur: neznaj | ||
Gecontroleerd door: ~Marina~ | ||
Gepubliceerd op: 09 mei 2005 | ||
Thema's: |