‘s Morgens vroeg op weg al naar het werk
Heb ik nog slaap en voel ik mij moe
Dan rij al voorbij café en kerk
Heel onschuldig kijkend als een koe
Zo zittend al op mijn achterwerk
Denk ik angstig aan al dat gedoe
Waar men als arbeider of als klerk
Sta te draaien als ik weet niet hoe
Voor een strenge baas of een vreemd merk
Sta ik, opgezette kaketoe
Hier vastgebonden aan paal en perk
Bedreigd als had ik angst voor de roe
Toch ik lig nog niet onder mijn zerk
Want ’s avonds ben ik de Manitoe
Weer op weg naar huis voel ik mij sterk
En ben ik aan nog een pintje toe