Nevelen in mijn hoofd
De herinnering vervaagt
in het verloop der tijden
na drie decennia kringelen nevelen
die mij van haar gezicht afleiden
moeilijker wordt het
haar voor de geest te halen
hoe haar blik was, wat ze zei
hoe ze mij liet stralen
maar voor de spiegel staande
kijk ik eigelijk in haar ogen
de appel kan nou eenmaal niet ver vallen
de natuur heeft mij nooit bedrogen
tenslotte ben ik voor de helft als zij
ook die genen maken me wie ik ben
in het verleden hoef ik niet meer te zoeken
want ik ken haar, als ik mezelf ken