Suïcidaal
“vleugje verf en ‘k lik je mond
met kwast en zelfs je oren.
maak je ogen blauw, voor nou
schilder ik je wangen rond;
zie ‘k je enkel maar van voren,
kladder ik je zijkant gauw..”
hij schilderde, zij naakt
met fier de handen op ’t hoofd
hij had haar, zoals beloofd
tot ’t aller mooist gemaakt
“toch stopte ze het leven
waarschijnlijk was ’t niet genoeg
ze moest mooier, en te vroeg
was mijn lief er maar voor even”
nu lekt een traan in z’n thee
droefheid heeft hij net gesproken
zijn wereld galmt gebroken
haar dood voor hem mee