Mijn fiets
Ik beweeg dagelijks
wel honderden keren,
zowel voor dames als heren.
Ik draag hun gewicht,
en kijk recht met mijn oog,
in hun gezicht.
Mijn lijf doet soms pijn,
omdat diegene, die ik draag,
niet altijd let op zijn lijn.
Ik heb alles mogen dragen
en hen dikwijls horen zagen.
Ik doe niet alles alleen,
ze hebben toch ook meer,
dan één been.
Ze konden gaan, waar ik hen droeg,
’s avonds of ’s morgens vroeg.
Je vindt me in alle kleuren en maten,
groot, klein en zelfs met gaten.
Een gat in mijn lijf, wordt gestopt,
een oud stuk wordt gedropt.
Zonder mij bent je verloren,
ik kan iedereen zo goed bekoren.
Overal kan je me vinden, in alle straten,
spijtig, dat ik niet kan praten.
Want ik heb al veel….. gezien
en had pret voor tien.