Zonnestralen vallen zachtjes
op je koude grijze steen,
waar je naam in zilv’ren letters
in gebijteld werd vandaag
en je foto permanent werd,
samen met mijn tranen
die ik om jouw rusten draag.
waar mijn handen je nog strelen
en de wind je lachen zingt,
terwijl ik prevelend in gedachten
je vertel hoezeer ik je heb bemint.
En de zonnestralen vallen zachtjes,
spreken stil maar verdomd zo hard
als ze je steen alweer belichten
en enkel je naam op me wacht.