Jij was mijn andere ik, een stukje van mezelf
Jij was de spiegel waarin ik keek
De tranen die soms vloeiden, de pijn en eenzaamheid
Jij was dat andere stukje, mijn andere helft
Mijn spiegelbeeld waarin ik keek
Tranen soms, en ook een glimlach die kon stralen
Dat beeld verbleekte omdat jij niet durfde te kijken
Nu staren betraande ogen me aan
Een spiegelbeeld als tranendal
In eenzaamheid strijd ik verder voor mezelf
en mijn gevoel, heel diep van binnen
De spiegel, afgeschermd, zacht liefdevol glanzend
Mijn andere helft, een deel van mezelf
In gevoel verarmd, afgesloten
Ik zie wel, als ook jij durft te kijken
Te voelen zoals ik voel, diep en oprecht.