De avondzon die de aarde kleurt.
Zware aroma van bloesem die geurt.
Zilver glinsterend water van de zee.
Meeuwen deinen met zachte winden mee.
Zand warm van de zon overdag.
Nu de koelte van de nacht, weer overnemen mag.
Krekels in bosjes zingen hun lied.
De poes die languit van de laatste stralen geniet.
En als stilletjes de zon verdwijnt.
Maan en sterren aan de horizon verschijnt.
Eén zacht koele wind waait.
Aarde zich even in de donkerheid draaid.
De stilte over het landschap glijd.
Het zomers hooglied dat alle harte verblijd.
Diane