ik denk vaak terug aan jou mooie ogen,
geen blauwe maar bruine die mij mogen.
jij bent de enigste die mij kent,
en bent blij waar je ook rent.
ik zie niet vaak verdriet op jou snoet,
een glimlach van jou is voor mij net een groet.
je slurpt het kwade uit mij weg,
maar soms zijn we gescheiden door een heg.
ik mis je vaak en ook nog veel,
vaak is mijn glimlach niet meer heel.
dan stromen de tranen over mijn wangen,
en blijven uiteindelijk aan men kin hangen.
maar la ben ik bij jou dan zie ik nog vaak,
dat jij kijkt naar de dingen die ik maak.
was jij maar vaker aan mijn zij,
was jij maar vaker dicht bij mij.
)-rasja-(