Terry (zomer 1990)
Terry, je was mijn vriend;
en met een druppel bloed
en met een ferme handdruk
werd je mijn broeder
trouw tot het bittere eind,
op zoek naar onze zon….
De zomer van onze jeugd was heet en vol belofte
maar leek niet door te dringen tot in het klaslokaal;
we zweetten en hijgden in de schoolbanken
terwijl de vrijheid lonkte in de koelte van de schaduw
en geen leraar die ons stoppen kon
In het Piratennest stond de radio hard
en de drums en gitaren speelden de akkoorden
als de bijlen die de Muur neerhaalden;
in drie en een halve minuut waren we vrij
als de cowboys van het westen
Het was opgroeien in een seizoen;
groen gras en sprinklers en je moeder die riep
van lichtjaren ver
koele limonade en warme regen en zinderend asfalt
lampionnen en sterren in lichtblauw
We zagen de witte boten op het meer
vanuit de hangmat kijkend,
naar de meisjes als ijsblokjes en parapluutjes
meisjes met bruine benen in korte rokjes
zo ver als de toekomst
En je vader was dronken als hij thuiskwam
en je moeder kroop weg in dezelfde hoek
als waar ik jou kwam halen;
zonder angst betrad je de straten van onze buurt
door tranen brak een glimlach en riep je om Witte Veder
Maar zoals zou blijken;
toen we aan de andere kant van de zomer kwamen
bleek onze weg een doodlopende straat te zijn;
zoals aan het eind van de regenboog,
zelden een pot met goud te vinden is
We zochten een nieuwe plek
en in de achterbuurten van onze jeugd
op de donkere rand van de stad
waar schaduwen bewegen als ondoden
sloegen we een brug
We leefden van hand tot hand,
van bar tot bar,
van leven op dood
van bloed op bloed
met de handen op de holster
Misschien geen zon, dan tenminste een maan
Toen ze kwam op zilver, kwam ze met een brul
ze stal je hart, je ziel en je bloed,
bloed dat mij toebehoorde
als een meteoriet sloeg ze in
en waar jij eerst, was nu een krater
Ik haatte haar
en toen jij verdween in een plas olie
haatte ik jou Terry,
want Terry,
je bleek een pot goud
Nu is het heden een koord hoog in de nok van het leven
en naar beneden kijken, is tevens de afgrond peilen,
nu je voor altijd weg bent, Terry,
is de afgrond dieper,
de val langer
Maar sta je daar om me op te vangen,
sta je daar?
Wat zou ik graag willen dat je daar staat;
een glimlach, met uitgestrekte armen, een drum en luide gitaren,
je roept om Witte Veder